Pijn Vermijden werkt niet.
Pijn vermijding is een natuurlijk reflex wat we allemaal bezitten.
Je hoeft je vingers maar één keer te branden aan iets wat heet is en je kijkt de volgende keer wel uit. In de praktijk leren we om voorzichtig met een mes om te gaan, op te passen met de stekels van planten en niet elk hondje zomaar te aaien. Met ons gedrag leren we heel snel om pijn te vermijden.
Deze dingen raken de buitenkant van ons lichaam, maar wanneer een splinter onder onze huid terecht is gekomen zullen we het moeten open maken. Dat betekend dat je de pijn zal moeten aangaan om het open te maken.
Dat gaat een beetje tegen onze natuur in, omdat het andersom werkt als hetgeen we in het natuurlijke leren. Bij sommige problemen moeten we juist de pijn aangaan, om iets wat de oorzaak van pijn is weg te halen.
Dingen die aan de binnenkant gewond zijn, hebben het nodig dat we het onder ogen zien en onszelf toestaan om het verdriet, de teleurstelling, afwijzing en rouw te doorleven.
Doen we dit niet, dan kapselt het probleem zich in en elke keer wanneer er iets is wat het aanraakt, dan zullen we daar direct op een onprettige manier op reageren, want er is iets wat pijn doet daaronder.
Het vraagt moed om onze vermijdingsreflex min of meer aan de kant te zetten en te besluiten de pijn aan te gaan. Therapie vraagt om dappere mensen die niet langer meer willen reageren vanuit pijnreflexen. Mensen die durven te huilen, te vertellen en te doorleven. Maar deze keer met de hulp en steun van een ander, die naast je blijft staan en met jou mee gaat door de pijn heen. En dat is vaak de steun die zo heeft ontbroken op het moment van de pijnlijke gebeurtenis. Steun zoals echt luisteren en niet oordelen.
Waarom kan jij de pijn aan?
1. De pijn zal je niet vernietigen, hoewel er misschien stemmen in jou zijn die je dat vertellen. De dingen waar je namelijk over hebt praten, die zijn al gebeurt! Je hebt het al doorstaan. Erger kan het niet worden.
2. Een ander stem verteld je misschien dat praten niets verandert aan het verleden, maar dat is niet helemaal waar. De manier waarop we het verleden in onszelf hebben opgeslagen, is bepalend voor de bril waarmee we naar het heden kijken. Het bepaald hoeveel ruimte het inneemt in onze ‘emotionele opslagkast’ en hoeveel energie er weglekt naar dit deel van onze opslagkast. Er over praten verandert de manier waarop we de gebeurtenissen in onszelf hebben opgeslagen, waardoor het heden verandert.
3. Het derde argument wat ik je wil geven heeft te maken met de manier waarop pijnlijke dingen uit het verleden zich kunnen gedragen. Misschien heb jij als kind ook wel eens bibberend in je bed gelegen omdat je meende een monster te zien, maar toen je het licht aandeed bleek het een hoopje kleding of speelgoed wat je niet had opgeruimd? Problemen die je in een hoekje van je hart weg probeert weg te duwen, kunnen monsterachtige schaduwen geven. Maar in het daglicht blijken ze lang niet zo groot en eng te zijn als dat jij ze op een eenzame plaats ervaart.
4. Het is ook niet ondenkbaar dat je bij nader inzien toch anders aankijkt tegen het verhaal wat je hebt opgeslagen. Je bent ouder en wijzer geworden, je hebt meer ervaring en met de onbevangen mening van een ander kunnen dingen er toch anders uit zien. Misschien besluit je zelf, door erover te praten zelf, dat je op een andere manier tegen de zaak wil aankijken, waardoor emoties veranderen. Want uiteindelijk heb jij de regie: Jij bepaald.
Comments are closed